Bij het toevoegen van kerosine aan eenkerosineverwarming, de volgende stappen zijn over het algemeen vereist. De specifieke bewerking kan variëren, afhankelijk van het model en het merk van de verwarming, dus specifieke bevestiging kan worden gemaakt volgens de instructies voordat kerosine wordt toegevoegd.

1. Voorbereiding
Kies het juiste kerosine: zorg ervoor dat u kerosine kiest die geschikt is voor gebruik met een kerosineverwarming, meestal een toegewijde kerosine of hoogwaardig kerosine. Vermijd het gebruik van lage kwaliteit of gemengd kerosine om te voorkomen dat de prestaties en veiligheid van de verwarming worden beïnvloed.
Bereid gereedschap voor: sommige gereedschappen kunnen nodig zijn om de kerosinevulpoort van de verwarming te openen, zoals munten, schroevendraaiers, enz. Zorg ervoor dat deze gereedschappen schoon en gemakkelijk te bedienen zijn.
Controleer de status van de verwarming: zorg ervoor dat de kachel is uitgeschakeld en is afgekoeld tot een temperatuur die veilig kan worden bediend. Controleer tegelijkertijd of er ontvlambare items rond de verwarming zijn en houd een bepaalde veilige afstand.
2. Voeg kerosine toe
Zoek de vulpoort: zoek de kerosine -vulpoort volgens de instructies of het logo van de verwarming.
Open de vulpoort: gebruik geschikte tools om de vulpoort te openen. Sommige vullende poorten moeten mogelijk worden gedraaid of open worden gebruikt. Zorg ervoor dat de actie zachtaardig is om te voorkomen dat de vulpoort of de verwarming wordt beschadigd.
Voeg kerosine toe: giet kerosine langzaam in de vulpoort. Houd er rekening meeKerosene kachelHeeft meestal een bepaalde capaciteitslimiet, dus voeg niet teveel kerosine toe. Zorg er tegelijkertijd voor dat het kerosine de omliggende oppervlakken niet overloopt of vlekt.
Sluit de vulpoort: sluit de vulpoort onmiddellijk af nadat de vulling van de kerosine is voltooid. Als de vulpoort een automatische slotfunctie heeft, zorg er dan voor dat deze goed werkt. Als er geen automatische sluitingsfunctie is, gebruik dan een geschikt hulpmiddel om voorzichtig op de vulpoort te drukken om de afdichting te garanderen.
3. Follow-up inspectie
Controleer op lekken: na het toevoegen van kerosine, controleer of er tekenen zijn van kerosinelekkage rond de kachel. Als er een lek is, stop dan met het gebruik van de kachel onmiddellijk en zoek hulp bij een professional.
Ventilatie: Open het raam- of ventilatieapparatuur na het toevoegen van kerosine om de luchtcirculatie binnenshuis te garanderen en de accumulatie van kerosinegeur en schadelijke gassen te verminderen.
Test de verwarming: Nadat je bevestigt dat het kerosine correct is gevuld en er geen lekkage is, kun je het testen volgens de instructies voor het gebruik van de kachel. Als de kerosineverwarming goed kan werken en er geen abnormaal geluid of geur is, dan is de kerosinevulling voltooid.